Vier pedagogische basisdoelen

Sinds 2005 staan de vier pedagogische doelen in de beleidsregels kwaliteit kinderopvang. In de beleidsregels staat de uitwerking van wat in de Wet kinderopvang bedoeld wordt met ‘verantwoorde kinderopvang’. Deze doelen staan in ieder beleidsplan alle kinderopvangcentra in Nederland. Iedere pedagogisch medewerker wil het volgende op een BSO bereiken:

  • dat kinderen zich lichamelijk en emotioneel veilig voelen op de BSO, omdat veiligheid een basisvoorwaarde is voor het ontdekken en ontwikkelen.
  • dat kinderen zich persoonlijk ontwikkelen op de BSO, omdat de situatie nieuwe kansen biedt voor persoonlijke talenten.
  • dat kinderen zich sociaal ontwikkelen op de BSO, omdat de situatie nieuwe kansen biedt voor sociale omgang.
  • dat de kinderen op de BSO waarden en normen meekrijgen die hen helpen op te groeien tot zelfstandige, actieve, aardige, sociaal voelende en democratisch denkende burgers.

 

Volgens de literatuur is het bij fysieke en emotionele veiligheid belangrijk dat binnen- en buitenruimtes veilig en schoon zijn, dat er voldoende en gezonde voeding en voldoende beweging wordt aangeboden en regels en afspraken zijn. (gericht op hygiëne en het voorkomen van onverantwoorde risico’s) Pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat er gelet wordt op deze punten, op straat tussen school en BSO, tijdens spelsituaties en in contact met elkaar. Ook weten pedagogisch medewerkers wat ze moeten doen als een kind zich pijn doet of ziek wordt. Om ervoor te zorgen dat er emotionele veiligheid is wordt er op het volgende gelet of gedaan: goed kijken en luisteren naar kinderen, zien wat een kind leuk vindt of niet, een lastige of bedreigende situatie oplossen met een grapje, een onzeker/twijfelend kind steun geven om (nieuwe) dingen uit te proberen, aanvoelen wat de stemming in de groep is en kunnen signaleren wanneer een situatie onveilig is voor een kind. Maar ook zorgen voor een vrolijke en positieve sfeer.

 

Op het gebied van persoonlijke competentie is het belangrijk dat kinderen zelf kunnen kiezen wat ze willen, als BSO is het belangrijk om een kind zelf te laten proberen en ontdekken. Als BSO moet je ervoor zorgen dat een kind zich optimaal kan ontwikkelen, hier kun je als BSO op inspelen door een uitdagend aanbod van materialen en activiteiten.

 

Op het gebied van sociale competentie is het belangrijk dat kinderen gestimuleerd worden om contacten te leggen met anderen in verschillende situaties, tijdens het buiten spelen, tijdens het knutselen enz. Dit is op de BSO vaak anders dan op school, op school worden de kinderen vaak ingedeeld in groepen. Dit is op de BSO minder het geval. Belangrijk bij sociale competentie is dat de pedagogisch medewerker hierin steun biedt. Dit kan door bijvoorbeeld: kinderen bepaalde taken geven, kinderen stimuleren in spel (de kinderen betrekken) en verder een rolmodel zijn.

Kinderen nemen vaak een voorbeeld aan hoe de pedagogisch medewerker contact heeft met de ouder(s).

 

Bij het overdragen van normen en waarden is het belangrijk dat kinderen leren, dat als er onderling afspraken gemaakt zijn deze ook nageleefd moeten worden. Als pedagogisch medewerker is het belangrijk dat je hierbij het goede voorbeeld geeft. Goede afstemming tussen ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers en begeleiders van specifieke activiteiten over de omgangsregels heeft positieve effecten op de socialisatie van kinderen.

 

Volgens de visie van Peter Petersen is elk kind uniek. Het vormen van de eigen identiteit van het kind is belangrijk. Het kind is ook deelnemer van de samenleving, net als een volwassene. De opvoeder en kind zijn gelijkwaardig en de rol van de opvoeder is het begeleiden en stimuleren van het kind. De opvoeder helpt het kind om zijn vaardigheden te ontwikkelen. Het creëren van een positieve sfeer is hierbij erg belangrijk.
 

Het bieden van een (fysiek en emotioneel) veilige omgeving
Om de kinderen een optimale ontwikkeling door te laten maken tijdens hun verblijf in onze BSO, is het belangrijk dat zij zich hier veilig voelen.
We maken onderscheid tussen fysieke veiligheid en emotionele veiligheid.

 

Fysieke veiligheid
Wat betreft de fysieke veiligheid vinden wij het belangrijk dat speelmaterialen waarmee de kinderen in aanraking komen, veilig en schoon zijn.
De materialen worden hier regelmatig op gecontroleerd.

Ook zorgen we ervoor dat de binnen- en buitenruimtes veilig en schoon.

Hygiëne staat bij ons hoog in het vaandel.
De kinderen moeten na hun toiletbezoek, voor en na het eten en na het buitenspelen hun handen wassen met zeep.

De medewerkers van onze BSO letten op de veiligheid van de kinderen en weten wat ze moeten doen wanneer een kind ziek is of als het zich heeft bezeerd.

 

Emotionele veiligheid
Kinderen moeten zich op de BSO veilig, geaccepteerd, gewaardeerd en gerespecteerd voelen bij de medewerkers en andere kinderen.
Een veilig gevoel is een belangrijke voorwaarde voor kinderen om zich goed te kunnen ontwikkelen.

Het is fijn voor kinderen als ze vaste medewerkers hebben op de BSO die sensitief op hen reageren en een vertrouwde relatie met hen willen opbouwen.

Het is van groot belang dat de medewerkers goed kijken en luisteren naar kinderen zodat zij bij pest- en buitensluitgedrag kunnen ingrijpen.

Ouders die vertrouwen uitstralen naar de BSO heeft een positief effect op de kinderen. Ook een goed contact tussen ouders en BSO draagt bij aan het gevoel van emotionele veiligheid.

 

Het stimuleren van de persoonlijke competenties
Bij het stimuleren van de persoonlijke competenties van de kinderen gaat het om het ontwikkelen van de persoonlijkheid en de talenten.


 

Elk kind heeft zijn eigen interesses en behoeftes. Het is daarom belangrijk dat de medewerkers hier oog voor hebben en dat er een uitdagend aanbod is van speelmaterialen en activiteiten.

De kinderen krijgen veel vrijheid op de BSO waar ze hun eigen keuzes kunnen maken over wat ze willen doen en met wie ze dit willen doen.

Dingen die kinderen leren op de BSO zijn: zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit, keuzes maken, problemen aanpakken en zich aan te passen aan de omstandigheden.

 

Stimuleren van sociale competenties
Sociale competentie gaat over contact maken met anderen in verschillende sociale situaties.

Op de BSO zitten kinderen met verschillende leeftijden, kinderen die van verschillende scholen komen en kinderen met andere sociale en/ of culturele achtergronden.
Zo krijgen de kinderen de kans om contact te maken met andere kinderen die een andere achtergrond hebben. Ze kunnen van elkaar leren.

De kinderen krijgen de kans om zelf te kiezen met wie ze spelen en wat ze gaan doen. De medewerkers zullen zich hier nauwelijks mee bemoeien omdat we het belangrijk vinden dat de kinderen de ruimte krijgen om te experimenteren hoe je met elkaar omgaat.

Wanneer onze medewerkers merken dat kinderen ruzie maken, pesten of anderen kinderen buitensluiten, zullen zij ingrijpen.
Er worden dan duidelijke grenzen gesteld en uitgelegd dat dit niet getolereerd wordt op onze BSO.

Ook zullen onze medewerkers ingrijpen wanneer kinderen het moeilijk vinden om contact te zoeken met anderen en daarom niet lukt om samen te spelen met anderen.

Een belangrijk punt in onze visie is dat kinderen van verschillende leeftijden veel van elkaar kunnen leren. Ze leren zelfs meer dan wanneer ze met leeftijdsgenoten omgaan.

Inleiding in cultuur, normen en waarden
Het is belangrijk dat de kinderen de normen en waarden van de samenleving leren kennen.
Door middel van kinderparticipatie proberen wij dit aan hen over te dragen.
Kinderparticipatie bij ons op de BSO houdt in dat de kinderen worden betrokken bij het maken van afspraken en dat de oudere kinderen mee mogen helpen met het organiseren van activiteiten voor vieringen.
Zo leren de kinderen goed na te denken over dingen, samen te werken en verantwoordelijkheid te dragen.

De taak van onze medewerkers is om de afspraken die samen met de kinderen zijn gemaakt voor een groot deel na te leven.
Als de kinderen zien dat de medewerkers zich ook houden aan de gemaakte afspraken, is het leereffect groter. Naast het overbrengen van normen en waarden wordt er ook aandacht besteedt aan cultuuroverdracht. Het doel is om de kinderen bewust te laten worden van de tradities van de Nederlandse samenleving. Dit doen we door typisch Nederlandse feesten te vieren en de kinderen bij te brengen wat deze feesten nou precies inhouden.

Omdat een BSO bezocht wordt door verschillende kinderen van verschillende scholen en/ of sociale-, culturele achtergronden, maken zij kennis met de diversiteit in de samenleving. Elk kind heeft namelijk een andere leefstijl, omgangsvormen, tradities enzovoort.